In 1991 kwam ik op de Heirnis wonen, in de Snoekstraat. Ik kwam uit de Brugse Poort. Ik ben al sociaal actief sedert eind de jaren zestig. Op den duur wordt dat een gewoonte die je niet meer kan afleren. Zo richtte ik op de Heirnis een buurtcomité tegen racisme op in 1992, samen met M. en D. maar in 2002 moest ik daar verhuizen. In 2008 kwam ik er terug terecht, nu in de Karperstaat. Mijn geveltuin daar is een protest tegen sociale uitsluiting. Niemand die dat blijkbaar weet, daarom leg ik het even uit.

Wat ik er ook bij moet vertellen, sedert 2002 ben ik een alleenstaande vader met drie kinderen. Ondertussen zijn ze behalve een, het huis uit. In plaats van daarover te klagen heb ik de toestand waar werkmensen soms in verzeild geraken aangeklaagd in een reeks artikelen. Ik kan schrijven. Ik kwam er financieel weer een beetje bovenop en toen begon het weer te kribbelen. Armoede zondert af, ik wou weer onder de mensen komen, terug sociaal actief worden.
Tijdens een wandeling door het Lousbergpark ontdekte ik dat daar ook een binnentuin verscholen zat achter een galerij. Zo rijpte het plan om daar een gemeenschapstuin annex buurt-compostering op te starten tussen de perenbomen. Ik buste een flyer in alle huizen en appartementen van de wijk om via een weblog kandidaten uit te nodigen om mee werken aan dat project.

Op de eerste bijeenkomst waren 20 mensen maar we hadden nog geen toezegging van de stad Gent om te tuinieren in de de binnentuin met perenboomgaard. Het was de bedoeling om er aan permacultuur te doen met zorg voor de perenbomen, maar dit werd afgewezen. Het gras tussen de bomen was zogezegd een beschermd grasland. Dat is natuurlijk onzin want het is een kunstmatig aangelegd park. Koeien, schapen geiten hebben er nooit gelopen en zullen er ook nooit lopen. Je zal er geen margriet, beemdooievaarsbek, knoopkruid, reukgras, sint-janskruid, klaproos, korenbloem of bolderik aantreffen, maar wel nog pisbloemen. De pisbloem laat zijn zaden vervoeren door de wind. Dus die vind je overal. En brandnetels staan er ook, die vind je overal waar de grond omgewoeld is.

Dit eentonig parkgras is niet te vergelijken met de open hooi- en graslanden van Bourgoyen-Ossemeersen en Rozebroeken die wel nog een grote biodiversiteit herbergen en dus zeer waardevolle natuurgebieden zijn. Ze zijn ontsnapt aan bebouwing en omwoeling omdat ze in de winter overstroomden. Alhoewel de wijk Heirnis ooit wel een gemene weide is geweest net als de Bourgoyen, is die vanaf midden 19de eeuw geleidelijk aan volgebouwd voor stadsuitbreiding. Het Lousbergs werd er al in 1865 gebouwd, maar de perenboomgaard is pas aangeplant na de 1ste Wereldoorlog en het grasperk is toen aangelegd op omgewoelde grond.
Een echt experiment om de biodiversiteit van grasvelden te herstellen kan je zien aan de overkant van de Schelde zo’n kleine 2 km voorbij de sluizen richting Vredesbos en Geboortebos, het HerBioGras project van Hogent en Natuurpunt. Men doet daar nu proeven om uit te zoeken hoe men die weidegrond in de Gentbrugse Meersen moet behandelen om het oorspronkelijke bodemleven te herstellen. Zie onderstaande fotos.


Het vermoeden was dat er iets anders speelde. Dat is nu bevestigd met dat experiment denk ik. Het echte verhaal achter het verbod om te tuinieren in de binnentuin begint eind de jaren negentig. Het Lousberg Gesticht, eigendom van het OCMW, was uitgeleefd. Het OCMW verkocht het in 1999 in twee delen. De voorbouw, werd verkocht aan een projectontwikkelaar die er chique burelen en luxueuze lofts van maakte, de achterkant werd park en buurthuis. Geert Versnick de toenmalige VLD schepen van stadsontwikkeling was verantwoordelijk voor de afwikkeling Dezelfde Geert Versnick die eind 2015 een brunch voor 300 genodigden, gesponsord door immobedrijven organiseerde, terwijl hij binnen de bestendige deputatie van Oost-Vlaanderen besliste over bouwvergunningen. Hij stapte uit de politiek in 2017 na nieuwe onthullingen. Het is duidelijk dat de opsplitsing van het gebouw voorgesneden brood was voor projectontwikkelaars maar ook voor veel problemen zou zorgen. Het volledige verhaal heb ik al eens uit de doeken gedaan, er is meer dan een reukje aan.
Ondertussen doet men ook moeilijk over die 80 jaar oude perenbomen. Ik betwijfel niet dat ze waardevol zijn, maar daarom moeten ze niet achter slot en grendel staan. In de tuin van de Bijlokesite staan appelaars en perelaars die meer dan drie eeuwen oud zijn, en deze tuin is wel voor het publiek toegankelijk. Men houdt er zelfs een Zomerbar.

De Groendienst bleef onwrikbaar maar na veel vijven en zessen mochten we toch tuinieren in de binnentuin, maar enkel in bakken op de verharde rand. Om het materiaal van die teeltbakken aan te kopen moesten we subsidies aanvragen en die konden we ten vroegste tegen begin 2016 krijgen. Gelukkig kon ik ondertussen door aandringen bij de directie van de Steinerschool op de Kasteellaan bekomen dat we ook mochten tuinieren op het eilandje achter de sluizen. Zie kaartje hieronder:
Met een groepje van tien, inclusief een buurtwerkster, mochten we daar een perceel bewerken. Onze groep noemden we de Lochtingen, omdat het er twee waren. De overeenkomst moest wel elk jaar vernieuwd worden. Een overzicht van ons werk daar in 2015 vind je hier.
Maar daar waren blijkbaar voorwaarden aan verbonden die ons niet vooraf waren mede gedeeld. Een blogposting over het eilandje was in het verkeerde keelgat geschoten van de directie. Hij moest verdwijnen omdat hij te veel ruchtbaarheid gaf aan het bestaan van die groene oase midden in een woongebied. Ik heb gedurende negen jaar een alternatief persagentschap geleid, aan censuur doe ik niet. Op het eilandje zijn we ook beginnen composteren en we hielden er ook een logboek bij.
Maar als je er het administratieve werk bijtelt zoals promotie, verzekering nemen, subsidieaanvraag indienen, contacten met de Buurtwerking en Groendienst enz. dan kwam meer dan 60% van het werk op mijn hals terecht. Na dat seizoen werd ik ziek. Na twee burnouts ben je daar blijkbaar gevoelig aan. Ik vroeg aan J. om de onderhandelingen met de Steinerschool voor het volgende teeltjaar te voeren in mijn plaats. Tot mijn grote verwondering was het resultaat dat ik niet meer mocht mee tuinieren op het eilandje. Het volledige verhaal heb ik ook al eens neergeschreven.

De bakken heb ik met de hulp van twee andere leden van de groep kunnen opzetten, de afgescheurden hadden wel de subsidie-aanvraag ondertekend maar zagen het werken met de bakken niet zitten, zeiden ze. Toen die bakken in 2016 klaar waren, werd ik terug ziek. En klap op de vuurpijl, toen het teeltjaar in 2017 in de bakken startte wilden de mensen die er eerst niet aan wilden meewerken ineens wel telen in de bakken. Omwille van de geschillen die we gehad hadden, wilden ze mij daar nu ook niet meer bij. Met de zegen van de buurtwerking werd ik voor de tweede maal uitgesloten. Daarom mijn protest tegen sociale uitsluiting.
De binnentuin van het Lousbergpark is een privilege, in de eerste plaats voor de bewoners van de dure lofts. Het is hun achtertuin alhoewel het publiek domein is. De kinderen van de school die nu tijdelijk een onderdak vinden in het park, mogen ook niet in de binnentuin komen. Nochtans had ik in de subsidie-aanvraag duidelijk gestipuleerd dat een deel van de bakken ook een educatieve functie moesten krijgen. Ik had daar al afspraken over gemaakt met de school. Deze afspraken zijn niet nageleefd door Lousmoes, de groep die er nu kruiden teelt. Een gemeenschapstuin zal het nooit kunnen worden want hij is gesloten als de mensen die werken hem zouden kunnen bezoeken. Als er nog eens een hittegolf is kan je er gaan pootje baden in de kleine vijver en de schaduw opzoeken onder de perenbomen. Maar enkel tijdens kantooruren op werkdagen en ook niet tijdens de Gentse feesten, dan is de binnentuin ook afgesloten. Maar niet voor de elite die de sleutel heeft.
Gemeenschapstuinen in Todmorde, Groot Brittannië
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.